Het vonnis. Het oordeel van de rechter, daar draait het uiteindelijk om. Maar wat komt daar allemaal bij kijken? En wat kun je met een vonnis als winnende en verliezende partij?

Nadat de comparitie van de partijen heeft plaatsgevonden en alle proceshandelingen zijn verricht, is het tijd voor het vonnis. . Het woord is dan aan de rechter om een beslissing te nemen over het geschil. In sommige zaken – denk met name aan spoedeisende gevallen – kan de rechter direct op de zitting mondelinge uitspraak doen, waarvan een proces-verbaal aan partijen wordt verstrekt. Dat komt echter niet vaak voor.

Normaliter zal de rechter schriftelijk uitspraak doen. De wet bepaalt hiervoor in kantonzaken een termijn van vier weken en in andere zaken zes weken, na het verrichten van de mondelinge behandeling of na het verrichten van de laatste proceshandeling. In bijzondere omstandigheden kan de rechter de termijn voor het doen van uitspraak verlengen, hetgeen aan partijen wordt medegedeeld. Dat kan bijvoorbeeld aan de orde zijn vanwege de complexiteit van een zaak of het niet beschikbaar zijn van voldoende capaciteit. In de praktijk moet regelmatig langer op een uitspraak van de rechter worden gewacht o.a. vanwege capaciteitsproblemen bij sommige gerechten.

De uitspraak van de rechter kan een eindvonnis zijn of een tussenvonnis. Bij een tussenvonnis gaat het niet om een definitieve uitspraak, maar een tussentijds oordeel, waarbij de rechter bijvoorbeeld bewijs door getuigen opdraagt aan een of beide partijen, een deskundigenbericht beveelt of beslist dat een plaatsopneming of bezichtiging wordt gehouden. In een complexe procedure kan de rechter meerdere tussenvonnissen wijzen voordat aan een eindvonnis wordt toegekomen.

Wanneer het eindvonnis is gewezen, zal dit voor de winnende partij en zijn advocaat een mooi high five momentje opleveren, vooral als de weg ernaar toe lang is geweest. De verliezende partij zal zich beraden op een eventueel hoger beroep tegen het vonnis dat doorgaans binnen drie maanden moet worden ingesteld.

Wanneer hoger beroep tegen het vonnis wordt ingesteld, wordt de executie van het vonnis daardoor geschorst. De rechter kan op verzoek van de eisende partij het vonnis echter uitvoerbaar bij voorraad verklaren, wat betekent dat het instellen van hoger beroep of een ander rechtsmiddel tegen het vonnis de executie niet schorst, zodat de winnende partij het vonnis tenuitvoer kan leggen. Dat is echter niet helemaal zonder risico want in hoger beroep zou het vonnis kunnen worden vernietigd. Alles wat de winnende partij op grond van het vonnis heeft geïncasseerd, moet dan worden terugbetaald. Achteraf blijkt dan dat de executie of dreiging met de executie van het vonnis ten onrechte heeft plaatsgevonden hetgeen in beginsel een onrechtmatige daad oplevert op basis waarvan de door de executie veroorzaakte schade moet worden vergoed aan de wederpartij. Gelet op dit risico kan het voor de winnende partij daarom verstandig zijn de uitkomst van het hoger beroep af te wachten voordat met de executie wordt gestart. Zeker in complexe zaken, waarin de uitkomst van het hoger beroep moeilijk voorspelbaar is. Net als in de sport is uithoudingsvermogen in procedures dus vaak belangrijk!

Heb je naar aanleiding van dit blog vragen over procederen? Of heb je een zaak aanhangig waarover je eens zou willen sparren? Neem dan gerust eens contact met me op.