Mijn collega Suzan Winkels-Koerselman besprak het verloop van de hoger beroepsprocedure in het civiele recht. Nadat het Hof in hoger beroep arrest heeft gewezen staat er nog één gewoon rechtsmiddel open bij de Hoge Raad der Nederlanden in Den Haag, de hoogste rechter in Nederland op het gebied van het civiel recht, strafrecht en belastingrecht.

De Hoge Raad is geen derde instantie maar cassatierechter. Dat betekent dat de Hoge Raad de zaak niet compleet opnieuw beoordeelt, maar kijkt of de feitenrechter het recht goed heeft uitgelegd en toegepast. Als cassatierechter beantwoordt de Hoge Raad rechtsvragen en draagt zo bij aan de ontwikkeling van het recht en de rechtsbescherming. Ook zorgt de Hoge Raad voor rechtseenheid. Uitspraken van de Hoge Raad zijn daardoor richtinggevend voor feitenrechters, zoals de rechtbank en het hof.

In civiele zaken kan niet elke advocaat cassatieberoep instellen. Daarvoor is een advocaat bij de Hoge Raad nodig. Deze advocaten waren voorheen slechts gevestigd in Den Haag maar inmiddels zijn ook elders in Nederland cassatieadvocaten te vinden. Het formuleren van een cassatiemiddel is een uiterst precies werkje. Soms is het niet helemaal duidelijk wat een hof precies heeft geoordeeld en worden er om die reden verschillende klachten tegen evenzovele lezingen van het arrest van het hof geformuleerd. Na het indienen van het cassatiemiddel bij de Hoge Raad kan de advocaat van de verweerder ook zijn punten naar voren brengen indien hij het niet eens is met onderdelen van de uitspraak van het hof.

Daarna krijgen partijen de gelegenheid de zaak schriftelijk toe te laten lichten door hun advocaten. De advocaat van de eiser zal het cassatiemiddel daarbij toelichten en van een uitgebreide context voorzien (met name als men wil pogen de Hoge Raad een andere lijn te laten kiezen dan eerder gevolgd in diens rechtspraak). De advocaat van de verweerder kan daarop reageren en het cassatiemiddel bestrijden. Hierna volgt eventueel nog een schriftelijke ronde waarop partijen op elkaars standpunten kunnen reageren, de zogenaamde repliek en dupliek. Een mondelinge behandeling van de zaak bij de Hoge Raad komt bijna niet voor al zijn er de laatste jaren in met name mediagevoelige zaken wel een aantal zaken bepleit voor de Hoge Raad.

Als de partijen hun zegje hebben gedaan, wordt de zaak allereerst beoordeeld door de advocaat-generaal. Hij/zij schrijft een conclusie in de zaak, een rechtsgeleerd advies aan de Hoge Raad. De advocaat-generaal wordt daarbij ondersteund door medewerkers van het Wetenschappelijk Bureau van de Hoge Raad (ik heb zelf geruime tijd bij het “WB” gewerkt). De medewerker bestudeert het dossier en maakt een analyse van waar de zaak - in cassatie - om draait. Als helder is welke rechtsvragen moeten worden beantwoord, volgt het onderzoek, waarbij vakliteratuur, jurisprudentie en de wetgeschiedenis worden geraadpleegd. De resultaten van het onderzoek worden verwerkt in een nota die het uitgangspunt voor de conclusie vormt. Na het nemen van de conclusie mogen partijen nog eenmaal kort reageren op die conclusie via een zogenaamde Borgersbrief.

De Hoge Raad bestudeert het advies van de advocaat-generaal en doet vervolgens uitspraak in de zaak. De Hoge Raad volgt daarbij niet altijd het advies, maar vormt haar eigen oordeel. Meestal doet de Hoge Raad zo’n twee tot drie maanden na de conclusie uitspraak in de zaak. De Hoge Raad bekrachtigt dan de bestreden uitspraak of vernietigt die uitspraak. De Hoge Raad doet in het laatste geval de zaak soms zelf af al komt dat niet zo vaak voor. Na vernietiging wordt de zaak doorgaans naar een ander hof verwezen om de zaak verder te behandelen.

In zaken waarin naar verwachting cassatie zal worden ingesteld, is het aan te bevelen om een advocaat met die bril al mee te laten kijken naar de processtukken bij de rechtbank of het hof. Mocht u als advocaat eens willen sparren of uw zaak eens mee laten lezen, neem dan contact op!