Na mijn studententijd in Nijmegen keerde ik terug naar mijn roots in Noord-Holland. Lekker terug naar de Randstad met de gedachte om daar niet meer te vertrekken, maar al snel pakte dit anders uit. Na een reis naar Zuid-Afrika bracht de liefde mij in Eindhoven. Nee toch?! Ben ik net weer terug in Noord-Holland, leer ik een Brabander kennen die daar natuurlijk met geen mogelijkheid wil vertrekken. Het onderwerp van onze woonplaats wordt enige tijd vermeden, maar al snel kom ik tot de conclusie dat de ‘Brabantse gezelligheid’ mij eigenlijk wel goed bevalt. Dat hoefde ik in huis natuurlijk maar één keer te laten vallen en de beslissing was gemaakt. Wij gingen in Eindhoven wonen!

Maar hoe moest dat dan met mijn werk. Aangezien ik het bij Rensen advocaten in Alkmaar enorm naar mijn zin had, ben ik een aantal maanden dagelijks met de auto op en neer gereden, maar een overstap naar een kantoor in de omgeving van Eindhoven was onvermijdelijk. Toen de kans zich aangreep kon ik die dan ook niet laten schieten en begin 2019 maakte ik de overstap naar Turnaround Advocaten. Los van dat je natuurlijk altijd even moet wennen aan een nieuw kantoor, was er in dit geval nog een extra uitdaging. Kon ik wel wennen aan de Brabantse (kantoor)cultuur én konden zij mijn Noord-Hollandse eigenschappen wel waarderen?

Over het algemeen worden Noord-Hollanders toch wel als arrogant en direct ervaren. Hoewel ik mijzelf helemaal niet echt direct vind, merkte ik dat mensen mij in Brabant toch wel vrij duidelijk vonden. Nu zijn advocaten doorgaans van zichzelf ook vrij direct en vormde dit op kantoor gelukkig geen enkel obstakel.

Dat verliep wel even anders met het Brabantse accent, want dat is toch wel een uitdaging. Na een cursus ‘Brabants voor beginners’ van mijn vriendinnen had ik door dat mijn Brabantse woordenkennis toch zeer beperkt is. Maar vergeet ook niet de uitdaging van het Brabantse accent. Aan de volgende zinnen ben ik intussen volledig gewend geraakt: ‘ik heb gebeld gehad’ (huh, gehad?!), ‘heb je dat bij’ (waar je standaard ‘me’ achter wilt voegen) en ‘ik ben aangereden’ (echt waar? Heb je ergens pijn aan? Oh, je bedoelt dat je bent vertrokken?). Aan deze ‘Brabantse wijsheden’ raak je eerlijk gezegd toch best snel gewend, maar dat is anders met cliënten die een echte Brabantse tongval hebben. Toen ik die aan de telefoon kreeg heb ik mij toch wel een aantal keer achter mijn oor gekrabd. Ik zou kunnen vragen of hij het nog een keer kan herhalen, maar ik vrees dat ik dan exact hetzelfde te horen krijg. Hoe los ik dat nu op?

Gelukkig bestaat daar dan altijd de redding om te vragen of iemand het even op de e-mail kan zetten waar gelukkig geen accent in terugkomt. En ik moet zeggen, inmiddels heb ik het Brabants denk ik best onder de knie (om te verstaan dan in ieder geval), want ik loop er niet vaak meer tegenaan dat ik er niks meer van versta. Zelfs niet als ik tijdens ons wekelijkse jurisprudentie overleg Floris het woord ‘koekwous’ hoor zeggen. Wat?! zul je denken. Jawel ‘koekwous’, in Brabants een heel gebruikelijk woord voor mafkees.

En dan zijn daar nog de kantoorlunches waar toch regelmatig de voetbalwedstrijden onderwerp van discussie zijn. In Eindhoven kun je natuurlijk maar voor één club zijn. Maar mijn collega’s begrepen toch al snel dat bij mij een andere club bovenaan staat. Ik kan die club hier natuurlijk niet bij haar naam benoemen, maar gelukkig zijn er op kantoor meer mensen voor deze niet benoemde club. Tijdens onze kantoorlunches zorgt dit voor de nodige grappen die uiteraard over en weer gewaardeerd worden.

Nu ik twee jaar van het mooie Brabant heb mogen genieten, kan ik zeggen dat ik mij hier intussen helemaal thuis voel en ik mij zelfs wel eens betrap op het gebruik van de eerdergenoemde Brabantse zinnen. Dat moet ik in Noord-Holland maar niet laten horen.

Houdoe!