Hoewel de wereld op dit moment op veel fronten stil lijkt te staan, geldt dat niet voor mijn advocatenpraktijk. Sinds mijn laatste blog heb ik mijn stagetermijn van drie jaar nu echt afgerond, waardoor ik ook geen advocaat-stagiair meer ben, maar advocaat-medewerker. Buiten het feit dat mijn patroon Floris weer kan genieten van zijn nachtrust en ik in principe mijn eigen kantoor zou kunnen starten, verandert er in mijn dagelijkse praktijk niets. En voor de buitenwereld en mijn cliënten dus ook niet.

Een tijdje geleden, in mijn stageperiode, werd ik tijdens een telefoongesprek door een mevrouw gevraagd of ik ‘nou een hele of een halve advocaat ben’. Zelf ben ik niet erg visueel ingesteld, maar ik kreeg toch wat aparte gedachten toen ik dat hoorde. Ik heb haar toen uitgelegd dat ik toch echt een ‘hele advocaat’ ben. Gelukkig maar, want met een ‘halve advocaat’ nam ze geen genoegen.

De term advocaat-streepje-die-of-dat lijkt dus soms wel wat verwarring te zaaien. Het is echter heel simpel: alle termen die beginnen met advocaat met daarachter een streepje en gevolgd door een ander woord betekenen dat je te maken hebt met een ‘hele advocaat’, ook als het een advocaat-stagiair betreft.

Gelukkig 😉 zijn er ook weer uitzonderingen op die regel. Er bestaat namelijk ook zoiets als het ambt van advocaat-generaal bij de Hoge Raad en advocaat-generaal bij het Openbaar Ministerie. Dat zijn dan weer geen advocaten. Die eerste adviseert de Hoge Raad, ons hoogste rechtscollege, bij het doen van uitspraken, de laatste is een officier van justitie in appelzaken. Vroeger bestond daarnaast nog het ambt van advocaat-fiscaal. Ook die advocaat-fiscaal was geen advocaat.

De conclusie zou dan ook moeten zijn dat iedereen die op een advocatenkantoor werkt en de titel advocaat-dit-of-dat draagt een hele advocaat is. Ik vraag me af of daar ook nog uitzonderingen op zijn…