Wat betekent het als de curator je vordering betwist?
Met enige regelmaat komt het voor dat er een schuldeiser is die een (concurrente) vordering bij de curator aanmeldt en vervolgens van hem te horen krijgt dat die vordering (voorlopig) wordt betwist. Vaak leidt dat tot onbegrip bij de vermeende schuldeiser en vragen zij zich af of zij hun vordering alsnog erkend kunnen krijgen.

Wanneer loont het om actie te ondernemen?
In de meeste faillissementen loont het voor de schuldeiser niet om daar bij de curator achteraan te gaan: in het gros van de faillissementen zal er niet genoeg geld in de boedel zitten aan het einde van het faillissement om tot een uitkering te komen aan de gewone, concurrente schuldeisers. Een discussie met de curator over het bestaan van de vordering heeft in dat geval meestal weinig zin.

Als er wél geld in de boedel zit
Het komt echter in sommige faillissementen wel voor dat de curator genoeg geld in de boedel heeft om de concurrente crediteuren geheel of gedeeltelijk te betalen. In die gevallen loont het voor een schuldeiser met een betwiste vordering dus wel om de discussie met de curator aan te gaan. In dit soort gevallen dient de vordering allereerst te zijn aangemeld bij de curator en vervolgens te zijn betwist. De curator vraagt schuldeisers doorgaans om bewijsstukken, zoals overeenkomsten en facturen, zodat hij kan onderzoeken of de vordering terecht is. Ook zal hij het bestaan van de vordering toetsen aan de administratie van het failliete bedrijf.

De verificatievergadering: wat gebeurt daar?
Bij een goed gevulde boedel zal de curator vervolgens overgaan tot de vaststelling, de verificatie, van de schulden. Dat gebeurt op een zogenoemde verificatievergadering die wordt gehouden op de rechtbank. De curator zal alle (betwiste) schuldeisers oproepen voor die vergadering. Tijdens die vergadering krijgen schuldeisers de mogelijkheid om hun verhaal te doen bij de rechter-commissaris en de curator. Als de curator bij zijn standpunt blijft, zal de rechter-commissaris proberen een schikking te bereiken tussen curator en schuldeiser. Wanneer dat niet mogelijk blijkt te zijn, verwijst de rechter-commissaris de vermeende schuldeiser en de curator door naar een procedure bij de civiele rechter, de zogenoemde renvooiprocedure. Er zal dan een andere rechter een oordeel gaan vellen of de betwiste vordering bestaat of niet bestaat. Aan de hand van de uitkomst van de renvooiprocedure zal de boedel uiteindelijk een bedrag uitkeren aan de vermeende schuldeiser.

Wat kun je doen als jouw vordering voorlopig wordt betwist?
Wanneer de curator de vordering die wordt ingediend voorlopig betwist, is er nog geen sprake van een definitief oordeel van de curator. De crediteur die hiermee geconfronteerd wordt, heeft als het erop aankomt nog wel de mogelijkheid om die betwisting aan te vechten. In de praktijk komt het niet vaak voor dat er daadwerkelijk een verificatievergadering wordt gehouden, maar het loont dus vaak om bij de vergadering aanwezig te zijn en je verhaal te doen.