Het is alweer een tijd geleden dat ik een blog heb geschreven. Mijn vorige stuk is uit de tijd dat seizoen 5 van Suits begon en ik net mijn laatste tentamens uit het eerste jaar van de Beroepsopleiding had afgerond. Inmiddels is seizoen 5 van Suits ten einde en ben ik alweer een half jaar verder met mijn opleiding. Ik heb zelfs alweer een paar tentamens uit het tweede jaar gemaakt, waaronder het tentamen voor het lastige vak Jaarrekeninglezen. Ik moet de uitslagen nog krijgen. Spannend!

Tentamens, tentamens, is dat nu het enige in de Beroepsopleiding? Gelukkig niet, want als advocaat moet je niet alleen dingen kennen, maar ook dingen kunnen. Eén van de dingen die je moet kunnen, is pleiten. De Orde van Advocaten van ’s-Hertogenbosch organiseert hiervoor de civiele pleitoefeningen. Afgelopen februari was het mijn beurt.

Twee weken voor de pleitoefening kreeg ik een fictieve casus toegestuurd. Mijn fictieve cliënt, Carlo, had tijdens een potje tennis zijn tennisracket uit pure frustratie op de grond gegooid. Het racket was omhoog gestuiterd en vervolgens twee banen verderop bij Kiki in het gezicht terecht gekomen. Kiki had daardoor haar neus en kaak gebroken en was bovendien blind geraakt aan haar rechteroog. Helaas voor Carlo bleek Kiki een succesvol tennisster en fotomodel te zijn. Door het ongeluk kon ze niet meer werken. Zij eiste daarom een enorme schadevergoeding van Carlo.

Mijn eerste gedachte was: “dit verzin je toch niet?!”. Eerlijk is eerlijk, ik dacht na het lezen van de casus al met 2-0 in sets achter te staan. Ik ben daarom maar begonnen met het bekijken van enkele YouTube-filmpjes over “racket abuse”, waarin het ene na het andere racket door tennisprofs kapot werd geslagen. Na verder juridisch onderzoek had ik uiteindelijk wel een goed idee over de aanpak van deze zaak. Het belangrijkste moest echter nog komen: het pleiten zelf! Toch wel spannend uiteindelijk, want zoveel ervaring had ik hier nog niet mee.

Het pleiten ging me uiteindelijk goed af en ik heb een goede beoordeling gekregen. De rechter deed helaas geen uitspraak, zodat ik niet weet of ik mijn fictieve cliënt uit de brand had geholpen. Desondanks merkte ik achteraf dat ik meer tegen de schadevergoeding had ingebracht, dan ik na de eerste keer lezen had gedacht. Eigenlijk stond ik dus niet met 2-0 achter, maar lag alles nog open. Met deze pleitoefening bleek maar weer eens dat er altijd twee kanten zijn aan een verhaal. Na een tweede keer lezen en goed onderzoek kun je in elke zaak argumenten ontdekken die een ander perspectief geven aan de zaak. En juist daarom ben ik advocaat geworden.