De start

Een (civiele) procedure voeren is voor de betrokken partijen vaak niet leuk. Ter voorkoming daarvan probeer ik dan ook altijd om met mijn cliënt(en) en de wederpartij tot een schikking te komen. Helaas lukt dat niet altijd. In dat geval is een procedure onvermijdelijk.

In vorige blogposts hebben we al stilgestaan bij de verschillende soorten civiele rechters en de kantonrechter specifiek. In deze bijdrage focus ik mij op de “bodemprocedure in eerste aanleg”. De juridische benaming voor de eerste procedure die in een geschil tussen partijen aan de rechter wordt voorgelegd. De start dus van het proces.

Formaliteiten

Voordat je als advocaat een civiele procedure begint, moet je een paar formele dingen uitzoeken.

Eerst moet je weten of het een verzoekschrift- of dagvaardingsprocedure is. De “procedure in eerste aanleg” begint namelijk met een verzoekschrift of dagvaarding, afhankelijk van het onderwerp van geschil. Een verzoekschrift is eigenlijk een brief aan de rechtbank. Een dagvaarding is een door een deurwaarder uitgebracht (“betekend”) stuk, dat wordt een “exploot” genoemd. Ik beperk me in deze bijdrage verder tot ‘de dagvaarding’.

Vervolgens moet je weten bij welke rechterlijke instantie je de procedure “aanhangig” moet maken. Is dat de rechtbank zelf, de kantonrechter of het hof. Dit is de vraag naar de “absolute bevoegdheid”.

Vervolgens komt de vraag naar de “relatieve bevoegdheid”. Dat gaat om de vraag in welke woonplaats de rechter bevoegd is. Als je per ongeluk fout zit, verklaart de rechter zich onbevoegd. Hierdoor moet je de procedure opnieuw aanbrengen, maar dan op de goede locatie.

De dagvaarding

De dagvaarding die door de advocaat van de eiser wordt opgesteld, bestaat, grofweg, uit de volgende onderdelen:

  • De datum waarop de gedaagde (de wederpartij) bij de rechtbank moet verschijnen
  • De feitelijke en juridische gronden
  • De eis (“petitum”) die je instelt en waarvan je de rechter vraagt dit in de veroordeling (het “dictum”) op te nemen

De dagvaarding wordt dus door de deurwaarder uitgebracht. Als dat is gebeurd, moet je de betekende dagvaarding bij de rechtbank “aanbrengen”. Dit gaat momenteel nog grotendeels via de gewone post naar de rechtbank. In de nabije toekomst gaat dat veranderen, omdat men langzaam over gaat op digitaal procederen (onder het project “KEI”).

Verschijning gedaagde

Op de dag dat de gedaagde “op de rechtbank” moet verschijnen (zoals vermeld in de dagvaarding), verschijnt deze niet “in den lijve” maar door middel van een procesadvocaat. Ook deze advocaat meldt zich niet lijfelijk bij de rechtbank. De advocaat informeert op die datum de rechtbank dat hij/zij voor de gedaagde als advocaat optreedt. In procedures die bij een rechtbank aanhangig worden gemaakt, moeten de procespartijen namelijk nog steeds verplicht worden vertegenwoordigd door advocaten, het procesmonopolie van advocaten.

Conclusie van antwoord

Na ‘verschijning’ krijgt de (procesadvocaat van) gedaagde zes weken voor de “conclusie van antwoord”. Dat is een schriftelijk processtuk waarin de advocaat het verweer schrijft. Kort gezegd, dat het allemaal onzin is wat de eiser in zijn/haar dagvaarding schrijft, maar dan met feitelijke en juridische gronden zakelijk weergegeven.

De zitting

Als de gedaagde dan, soms na nog een uitstel, de conclusie van antwoord heeft ingediend, bepaalt de rechtbank een datum voor een zitting. Zowel eiser als gedaagde moeten dan met hun advocaten “lijfelijk” op de rechtbank verschijnen (een “comparitie van partijen”). Tijdens de zitting stelt de rechter aan beide partijen vragen. Soms krijgen de partijen de gelegenheid hun standpunten mondeling toe te lichten.

Dan “beproeft” de rechter of partijen in zijn voor een schikking. Zij worden hiervoor letterlijk de gang op gestuurd. Als het tot een schikking komt, worden de afspraken in een “proces-verbaal” van de zitting vastgelegd. Door ondertekening daarvan door partijen eindigt de procedure door “royement”.

Lukt een schikking niet, dan wordt hetgeen tijdens de zitting is gezegd, ook in een proces–verbaal opgenomen. De rechter wijst op een later moment vonnis. Helaas kan dat vonnis dan nog heel lang op zich laten wachten, soms een jaar of langer. Dat komt doordat rechters het heel druk hebben.

Het vonnis

Als het vonnis is gewezen en bij de post van kantoor verschijnt, is het natuurlijk altijd spannend om te lezen of de procedure is gewonnen of verloren. Als het goed is: gewonnen, en dan krijgt de behandelend procesadvocaat een high five van kantoorgenoten. Maar eerst natuurlijk een telefoontje naar de cliënt. En dan een briefje of e-mail aan de advocaat van de wederpartij: “Ongetwijfeld heeft u kennis genomen van het vonnis van …” met het verzoek om aan het vonnis te voldoen.

Als de procedure is verloren, dan volgt een slecht nieuws gesprek met de cliënt. Bij de beroepsopleiding voor advocaten is ons geleerd het slechte nieuws niet uit te stellen, maar meteen met de deur in huis te vallen. Ook bespreek je dan natuurlijk een eventuele procedure in hoger beroep.

In een volgend blog zal de kort geding procedure in eerste aanleg worden besproken. En het hoger beroep. Dat is weer een heel ander verhaal. Mocht u naar aanleiding van deze of andere blogposts vragen hebben over procedures, neem dan gerust contact met mij op.